De zorg als beste specialistische basis om generalist te zijn

Tussen alle vragen over mezelf (ben ik geniaal of gek?) heb ik één zekerheid: ik ben een generalist.
Vaak voelde ik mij dan ook ongemakkelijk als mensen zeiden dat ik een specialist ben in zorgvisie, zorgstrategie, zorgbeleid.
Niet alleen omdat het me wat pretentieus klinkt – ik blijf een Zeeuw – maar dus ook omdat ik me een generalist voel pur sang.

En plots viel voor mij het kwartje. Diep en breed sluiten elkaar niet uit, integendeel: de zorg is de beste specialistische uitvalsbasis die iemand zich kan wensen om generalist te zijn.
In en om de zorg gaat het over de menselijke aard, over onze diepste drijfveren en verlangens, over de kern van leven, samenleven en zorgen. Eveneens gaat het er over de pervertering daarvan, bijvoorbeeld door systemen en door geld.
De vraagstukken van de zorg raken dan ook aan biologie, antropologie, geschiedenis, psychologie, filosofie, maatschappijkritiek, wat niet al. Wie kijkt naar de zorg, kijkt naar bijna alles.

Dat heeft ook iets te zeggen over hoe we de zorg vormgeven en inrichten. De specialisatie in de zorg heeft ons veel gebracht: efficiëntie, deskundigheid, goede behandelingen, en daarmee levenstijd en geluk. Maar voor menselijke zorg kunnen we beter ook de generalismen meer gaan waarderen. De zorg mag ingebed zijn in ons leven als geheel.

Ziedaar, diep en breed gaan zonneklaar niet zonder elkaar.

Comments are closed.